Huwelijkse voorwaarden: wat hebben we eigenlijk afgesproken?
U wilt niet in gemeenschap van goederen trouwen? Dan kunt u bij huwelijkse voorwaarden afspreken in welke mate u daarvan wenst af te wijken. Daarvoor moet u naar de notaris gaan. In veel gevallen zal daar een pakket aan ‘standaard’ huwelijkse voorwaarden worden gekozen. Deze voorwaarden legt u vervolgens op de plank en kijkt er vervolgens jaren niet meer naar om tijdens de goede jaren van het huwelijk. Want waarom zou u? U heeft het toch allemaal (goed) geregeld?
Uitleg van de voorwaarden: dat hebben we toch zo afgesproken?
Pas bij echtscheiding (of overlijden) worden de huwelijkse voorwaarden onder het stof vandaan gehaald. Het probleem dat zich dan voordoet is dat dan onduidelijk kan zijn wat u nu eigenlijk met uw echtgenote heeft afgesproken. Of anders gezegd, wat u heeft bedoeld met de destijds gemaakte afspraken. De huwelijkse voorwaarden worden dan vaak uitgelegd aan de hand van vergelijkbare en/of standaard gevallen. De huwelijkse voorwaarden zijn namelijk veelal niet uniek. Over het algemeen zijn de voorwaarden samengesteld uit standaard bepalingen. U loopt dan het risico dat het huwelijk anders wordt afgewikkeld dan u en uw echtgenote destijds hebben beoogd. Dit kan grote financiële gevolgen hebben. Niet alleen in verband met het eventueel te verdelen vermogen. Ook kan dit leiden tot (onnodige) geschillen en procedures tussen echtgenoten. Zo ging dat ook in een echtscheiding bij de Rechtbank Noord-Holland, waar wij de vrouw bijstonden:
Volgens de man staat in artikel 15 van de huwelijkse voorwaarden expliciet vermeld hoe moet worden afgerekend wanneer het huwelijk eindigt door echtscheiding en wordt hierdoor het periodiek verrekenbeding zoals opgenomen in artikel 9 terzijde gesteld. De man heeft de huwelijkse voorwaarden altijd bedoeld en begrepen dat bij echtscheiding alleen de woning met de schuld zou worden verrekend.
Periodiek verrekenbeding: elk jaar afrekenen
Wat was er nu gebeurd. In de huwelijkse voorwaarden was de huwelijkse gemeenschap van goederen geheel uitgesloten. Om ervoor te zorgen dat de echtgenoten wel over en weer konden profiteren van de inkomsten van de andere echtgenoot, hadden zij een periodiek verrekenbeding afgesproken. Dat betekende in dit geval dat het inkomen dat – kort gezegd – in een jaar wordt gespaard c.q. aan het einde van het jaar resteert, door de echtgenoten jaarlijks verrekend zou moeten worden. Oftewel, ieder krijgt de helft en voegt dat toe aan zijn of haar privé vermogen.
Een prima afspraak! Alleen vergeten echtgenoten vaak uitvoering te geven aan deze afspraken in de huwelijkse voorwaarden. Zo ook in dit geval. Er werd niet periodiek verrekend. Dat is een probleem. Bij echtscheiding is dan vaak niet meer te achterhalen wat er verrekend had moet worden. Het achterhalen wat er verrekend had moeten worden, is dan een onmogelijke dan wel bewerkelijke aangelegenheid. Het wettelijk uitgangspunt is daarom dat als echtgenoten zijn vergeten uitvoering te geven aan het inkomen periodiek verrekenbeding, het (ten tijde van het huwelijk opgebouwde) vermogen van beide echtgenoten bij helfte moet worden verrekend.
Finaal verrekenbeding
In deze huwelijkse voorwaarden was niet alleen een periodiek verrekenbeding afgesproken, maar ook een finaal verrekenbeding. In een finaal verrekenbeding wordt afgesproken wat, hoe en in welke gevallen er aan het einde van het huwelijk (finaal) wordt afgerekend. Een veel voorkomend finaal verrekenbeding is dat bij echtscheiding echtgenoten (finaal) afrekenen alsof zij in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het vermogen van beide echtgenoten wordt dan (ook) bij helfte verrekend. In de literatuur wordt dit veralgemeniseerd met de omschrijving dat een finaal verrekenbeding in de plaats komt van het periodiek verrekenbeding, ook als het periodiek verrekenbeding niet is uitgevoerd.
De man had in de onderhavige zaak – het onterechte – uitgangspunt ingenomen dat het periodiek verrekenbeding niet langer opgaat. Er was namelijk ook een finaal verrekenbeding. Alleen in dit geval zag het finale verrekenbeding enkel op de wijze waarop de woning moest worden verrekend. In het finale verrekenbeding was niets bepaald over het overige vermogen. Voor het overige vermogen gold dan ook nog steeds het periodiek verrekenbeding.
In artikel 15 wordt slechts een regeling getroffen ten aanzien van de woningen van de echtgenoten en de daaraan gekoppelde hypotheekschuld en levensverzekering en laat dit de verrekenverplichting die de afgelopen jaren had moeten plaatsvinden, maar niet heeft plaatsgevonden, onverlet, aldus de vrouw.
De echtgenoten moesten daarom naast het (finale) verrekenbeding
het overige vermogen volgens het periodiek verrekenbeding verrekenen. Dat vermogen betrof onder meer (de substantieel opgepotte winsten in) de onderneming van de man. Zonder periodiek te verrekenen had de man deze uitkomst niet kunnen voorkomen. Met de juiste voorlichting had de man wel een lange, kostbare discussie op dit punt bespaard kunnen blijven.
Gespreksstof voor aan de keukentafel
Heeft u huwelijkse voorwaarden laten opstellen? Laat u dan goed informeren over de uitwerking van die afspraken en wat er gebeurt als u de afspraken niet (volledig) nakomt of niet bent nagekomen. Ook tijdens het huwelijk is het vaak mogelijk om dit nog in goede harmonie recht te zetten. Een lastig onderwerp voor aan de keukentafel, maar zeker de moeite waard.
Vragen of advies nodig?
Heeft u vragen over uw huwelijkse voorwaarden? Wilt u bijgestaan worden bij uw echtscheiding? Of heeft u andere vragen gerelateerd aan het huwelijksvermogensrecht of personen- en familierecht? Neem dan gerust contact op met mij of een van mijn collega’s.