Uit ambt ontzette notaris krijgt “tweede kans” in advocatuur.
2011: notaris ontzet uit ambt
In 2011 heeft de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen geoordeeld dat notaris mr. X in 2009 bij het passeren van akten zijn “Belehrungspflicht” in onvoldoende mate heeft nageleefd en dat hij een aantal keer een verkopende partij de akte niet in zijn bijzijn heeft laten tekenen. Mr. X is uiteindelijk uit het ambt van notaris ontzet.
2018: beëdiging tot advocaat geweigerd
In 2018 heeft mr. X – inmiddels jarenlang werkzaam als jurist bij een advocatenkantoor – een verzoekschrift tot beëdiging als advocaat ingediend bij de raad van discipline. De raad weigerde tot beëdiging over te gaan, omdat hij vond dat gegronde vrees bestaat dat mr. X inbreuk zal maken op de voor advocaten geldende wetten, verordeningen en besluiten of dat hij zich anderszins schuldig zal maken aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt.
Hof van Discipline: weigering onterecht
Anders dan de raad is het hof van discipline van oordeel dat die omstandigheden niet toereikend zijn om te kunnen concluderen dat op dit moment of voor de toekomst een gegronde vrees bestaat dat mr. X zich niet zal houden aan de voor de advocaat geldende regels. Bij dat oordeel betrekt het hof onder andere dat de fouten zich in een korte tijdspanne en al meer dan 10 jaar geleden hebben voorgedaan. Ook is relevant dat mr. X daarvóór 18 jaar als (kandidaat) notaris heeft gewerkt zonder tuchtrechtelijk verleden en dat hij zonder probleem al meer dan twee jaar werkt als juridisch medewerker op een advocatenkantoor. Dat maakt dat het niet waarschijnlijk is dat mr. X opnieuw een ernstige misstap zal begaan.
De volledige uitspraak is te lezen op: http://tuchtrecht.overheid.nl – ECLI:NL:TAHVD:2018:173
Mr. X is bijgestaan door mrs. H. Oomen en I.N.A. Denninger.